#

Nieuws

Nieuws overzicht
#

COLUMN - Verhaal achter de Platenhoes - King Crimson - Lizard [1970]

Soms is een muzikant niet tevreden over een lp. Dan praat hij er liever niet over. Begrijpelijk.

Gitarist Robert Fripp,  Koning van de Eigenzinnigheid, pakt dat anders aan. Hij bracht met zijn groep King Crimson in 1970 het album ‘Lizard’ uit en zei daarover: 
"Over het algemeen is het album onbeluisterbaar. Ik kan niemand aanraden om zijn zuurverdiende geld uit te geven aan dit album, tenzij ze het mee willen nemen naar feestjes en het willen afspelen voor ongewenste gasten.”
En wat als er fans zijn die toch plezier beleven aan ‘Lizard’? Fripp: “Die moeten wel heel vreemd zijn."

Vijftig jaar Boerderij betekent voor mij een zoektocht naar de oorsprong van de progressieve rockmuziek, want daar heeft de Boerderij al die tijd voor garant gestaan: progrock! Automatisch kom je dan uit bij King Crimson. De eerste LP, ‘In the Court’, wordt wel bestempeld als een van de eerste echte progrock LP’s. Maar daar heb ik al een column over geschreven. Nu is ‘Lizard’ aan de beurt, omdat het een van de mooiste en vreemdste albumhoezen is.
Maar eerst nog even over progrock. Misschien goed dat ik daar eerst een definitie van geef, zodat we het allemaal over hetzelfde hebben. Progrock is voor mij een mengeling van rock, jazz, klassieke muziek en folkmuziek. Een potpourri van muziekstromingen, gemixed in een blender met als gevolg een ietwat chaotische en ondansbare muzieksoort, met vooral heel lange nummers met lange solo’s van virtuoze muzikanten.
Terug naar Robert Fripp. ‘Lizard’ is de laatste in de zogeheten King Crimson-1 periode. Na het succes van ‘In the Court’ en een afmattende tour in Amerika viel de band uit elkaar. Bassist Greg Lake wilde verder met toetsenist Keith Emerson en drummer Carl Palmer. Toetsenist Ian McDonald had heimwee naar zijn Engelse vriendin en wilde geen wereldtournees meer.
Maar Fripp moest wel verder, want er lag nog een contract bij Island Records voor twee opvolgers van ‘In the Court’. Hij verzamelde wat bevriende muzikanten en studiomuzikanten en bracht in 1970 nog ‘In the Wake of Poseidon’ en ‘Lizard’ uit.

Daarna was het ruim twee jaar stil rond Fripp. In 1973 maakte hij een doorstart met King Crimson, King Crimson-2 dus, met drummer Bill Bruford, bassist John Wetton en toetsenist/violist David Cross. Gevieren bereikten ze ongekende hoogten de LP’s ‘Larks Tongues en ‘Starless and Bible Black’
Maar ‘Lizard’ is dus een blooper volgens Robert Fripp. Daar zit wat in. Ideeën genoeg op dit album, maar ze werken niet. Het lijkt wel of de verschillende stukken muziek twijfelen of ze verbinding moeten maken met een centraal thema, of dat ze hun onafhankelijkheid moeten behouden. En voeg daarbij de wereldvreemde teksten - wel weer gemaakt door Fripps vriend Pete Sinfield – en je hebt, inderdaad, een over het algemeen onbeluisterbaar album.
Sinfield was ook medeverantwoordelijk voor de hoes. Hij kwam in aanraking met ontwerper Gini Barris, die een bijbaantje had als poetshulp van zangeres Julie Felix. Barris had al de binnenkant van Felix’ album ‘Clotho’s web’ gemaakt. Voor ‘Lizard’ stelde ze voor om middeleeuwse miniaturen te maken, een passie van haar. Dat leek Sinfield wel wat. Barris ging aan de slag. Ze werkte alleen met de songteksten die Sinfield haar had gegeven; de muziek hoorde ze pas na de release van het album. 
De buitenkant van de cover van het album bestaat uit de woorden 'King Crimson', gespeld in sierlijke middeleeuwse letters. Het woord 'King' staat op de achterkant en het woord 'Crimson' staat op de voorkant, waarbij elke letter afbeeldingen bevat van de songteksten van Sinfield. 
Zo staat in de letter C de tekst van het nummer Circus Pate, Sinfields allegorie over het leven als een grote illusie. Te zien zijn zeehonden, een olifant, en circusartiesten als de leeuwentemmer en sterke mannen.
Ik zou alle letters kunnen afgaan, maar dan komt er aan dit verhaal geen einde. Dus maar een paar voorbeelden:
In de letter I zien we the Beatles, een verwijzing naar de tekst Happy Family.
In de Letter N zien we de muzikanten Jimi Hendrix, Ginger Baker en Peter Gabriel, al is tot op de dag van vandaag onduidelijk waarom juist zij op de cover verschijnen. 

Na het tekenen van de binnenhoes van de LP van Julie Felix en deze hoes van ‘Lizard’ verdween Gini Barris min of meer van de aardbodem. Toch ben ik nieuwsgierig waarom er niet meer albumhoezen van haar hand zijn verschenen. Een leven van seks, drugs en rock ’n roll? Of gewoon huisvrouw geworden? Verschillende pogingen haar via internet en email op te sporen eindigen op een dood spoor. 
En Robert Fripp durf ik niet te benaderen over deze LP. Bang dat hij mij ook heel vreemd vindt.  

Gerrit-Jan Vrielink
 

OP DE HOOGTE BLIJVEN

MELD JE AAN VOOR DE NIEUWSBRIEF EN ONTVANG INSPIRATIE, NIEUWS EN DE AGENDA DIRECT IN JE MAILBOX.

Naar inschrijven