
Verhaal achter de platenhoes: Ummagumma (1969) - Pink Floyd
"Dat moet wel een heel bijzondere lp zijn. ‘Gigi’. Hij staat tegen de muur op de achtergrond van de hoes van de lp Ummagumma van Pink Floyd. Bij de Amerikaanse persing is er een wit vlak overheen geplakt. Waarom werd Gigi gecensureerd in Amerika? Stonden er blote vrouwen op? Werden er grove teksten op gezongen? Als Pink Floyd-liefhebber had ik al snel beide exemplaren, de Engelse en de Amerikaanse, in mijn platenkast. Maar Gigi kon ik nergens vinden. Internet en Discogs, een soort bol.com voor het verkrijgen van elpees, bestond in de jaren zeventig nog niet.
Gigi en Pink Floyd verdwenen naar de achtergrond, want ik raakte in de ban van Yes. Totdat ik in Londen een aantal jaar geleden plotseling Gigi zag staan in een ‘Digbak’. Achteraf had ik de lp makkelijk via internet kunnen bestellen, want zo doe je dat tegenwoordig. Maar eigenlijk is graven in platenbakken veel leuker. Vaak valt je oog op iets bijzonders. Je koopt het dan voor één of twee euro. Als je mazzel hebt, tik je zo iets moois op de kop. Al is het maar een prachtig uitziende hoes.
Zo nam ik Gigi mee. Mijn hart ging er sneller van kloppen. Wat voor obscure plaatjes zou ik tegenkomen? Welke grove teksten werden erop gezongen? Niets bleek minder waar. Gigi is een Amerikaanse musical uit de jaren vijftig. Hoes en muziek stralen de burgerlijke Amerikaanse normen uit. Hoes en muziek blijven binnen de lijntjes van fatsoen. Alles keurig.
Dat was toch wel even een tegenvaller. Musicals zijn nu niet het genre waarvoor je me wakker mag maken. Als ik een verzameling lp’s overneem, gaan de musicals doorgaans direct de prullenbak in. Waarom is ‘Gigi’ dan verboden op de Amerikaanse persing van Ummagumma? Het blijkt met auteursrechten en geld te maken hebben. De makers van het designbureau Hipgnosis hadden geen toestemming gevraagd aan de uitgever van Gigi en dan ben je de klos in de muziekwereld. Sommige mensen ruiken dan geld en voordat je het weet heb je een claim aan je broek. ‘Samenwerking eindigt altijd met gesprekken over geld’, had mijn vader me geleerd, maar die boodschap bleek Storm Thorgerson, fotograaf en ontwerper van de hoes, niet van zijn vader hebben meegekregen. Hij stond nog aan het begin van zijn carrière van zijn beroemde designbureau.
Ook de bandleden van Pink Floyd waren in de tijd van Ummagumma nog maar studenten. Storm was een jeugdvriend van hen. Voor Ummagumma nam hij de bandleden mee naar het huis van zijn vriendin in Cambrigde. Als je daar de achterdeur opendeed, had je een mooi uitzicht op de tuin. In overleg nam Storm daar wat foto’s. De bandleden wilden iets van gelijkwaardigheid uitstralen. Bovendien was niet één bandlid zo knap dat daardoor de lp-verkoop zou stijgen (Het was ook gelijk de laatste hoes van Pink Floyd waarop de bandleden poseren).
Storm kwam met het idee van het ‘Droste-effect’. Een herhalend beeld van een foto die in een spiegel verdwijnt en steeds kleiner wordt. Alleen de bandleden verschillen telkens van plaats. Naast de gelijkwaardigheid stond het ook symbool voor de complexe muziek van Pink Floyd, want die was laag voor laag opgebouwd.
Storm Thorgerson was aan het begin van zijn carrière een goede fotograaf, maar van creatieve designs had hij nog niet zoveel kaas gegeten. Hij maakte wat grafische letters van polystyreen en legde het woord ‘Pink Floyd’ op de grond. De lp ‘Gigi’ werd tegen de muur gezet, als een soort bladvulling. De lp was van de vader van zijn vriendin en lag toevallig ergens in de kamer toen hij aan het fotograferen was.
Op de achterkant van de hoes staat de muziekinstallatie die Pink Floyd in 1969 gebruikte. Wat een verschil met de jaren tachtig. Toen waren ze een wereldact geworden en hadden ze tien vrachtwagens nodig om hun apparatuur te verplaatsen voor concerten. Ummagumma was mijn eerste aanraking met de muziek van Pink Floyd. Ik had huisarrest gekregen, omdat ik midden in de nacht via de regenpijp naar mijn zolderkamer was geklommen. Ik was mijn huissleutels verloren. Mijn moeder werd wakker van het lawaai en kreeg bijna een hartverzakking toen ik daar met mijn lange haren aan de regenpijp bungelde. Ze dacht dat ik een inbreker was. Een
maand huisarrest kreeg ik. Gelukkig had één van mijn oudere broers net Ummagumma gekocht die ik mocht lenen. Vier weken lang draaide ik de lp elke avond keihard met mijn koptelefoon op. Niet over de boxen, want dat zou nog een maand huisarrest hebben opgeleverd. Af en toe hoor ik nog steeds de vlieg die van links naar rechts door mijn hersenen vloog, totdat die werd doodgemept.
‘Gigi’ is een hebbedingetje geworden. Hij staat in mijn platenkast naast de twee versies van Ummagumma. En dat is het. Verder nooit meer gedraaid. Maar nu wel goed voor het honderdste verhaal over platenhoezen."
Door Gerrit-Jan Vrielink